Op (inter)nationaal niveau wordt op verschillende domeinen gewerkt met brede gezondheidsbenaderingen, zoals Positieve Gezondheid. De eerste stappen voor een meetinstrument zoals met de Positieve Gezondheid vragenlijst van het iPH en de Context-Specific Positive Health Questionnaire (CPHQ), waaronder de verkorte versie Gezond Meten, zijn gezet. In dit onderzoeksproject ontwikkelen we de CPHQ verder door.
Bij de ontwikkeling wordt specifiek aandacht besteed aan mensen met chronische ziekten en met een lage sociaaleconomische status. Waar staan we nu?

Op dit moment zijn de focusgroepen met onder andere medisch specialisten, beleidsmakers en medewerkers uit het sociaal domein, paramedici, burgers, en onderzoekers/experts afgerond. Tijdens deze focusgroepen besproken we de eerder ontwikkelde vragenlijst (CPHQ) en randvoorwaarden, eventuele aanpassingen en begrijpelijkheid. Op basis van de focusgroepen wordt de vragenlijst aangepast. De analyse van de focusgroepen is van start (werkpakket 2) en de eerste resultaten zijn bekend.

Resultaten focusgroepen

Van de 32 items op de vragenlijst komen we uit op 5 items behouden, 24 items aanpassen of samenvoegen en 3 items weglaten. Er is weinig verschil tussen de focusgroepen met betrekking tot suggesties. De meeste suggesties uit de focusgroepen gaan over het versimpelen van de items (zoals om niet twee vragen in één item te stellen), versimpelen van taalgebruik of zinsconstructie en over de manier van antwoorden/volgorde van items. Wil je meer weten over de resultaten en de concept vragenlijst? Op 21 september organiseren we hierover een presentatie/discussie in Utrecht samen met het netwerk Positieve Gezondheid. Een uitnodiging volgt nog.

Resultaten Leernetwerk survey

In de periode 22 november 2022 en 30 januari 2023 hebben 62 personen deelgenomen aan de digitale survey over de voorkeuren voor een leernetwerk “Meten van brede benadering van gezondheid”. Daaruit blijkt dat concrete resultaten, het delen van de mogelijkheden en betere domeinoverstijgende samenwerking dé redenen zijn waarom een leernetwerk meerwaarde heeft.

Het merendeel van de respondenten was vrouw, hoger opgeleid, ouder dan 40 jaar en wil uitgenodigd worden voor een leernetwerk. Deelnemers geven aan dat met name thema’s op het gebied van ervaringen uit de praktijk (19 procent), de ontwikkeling van het meetinstrument (16 procent), het delen van resultaten (14 procent) en de verschillen en overeenkomsten tussen de domeinen (15 procent) hen aanspreken om te bespreken.

Aansluiten bij thema’s andere leernetwerken

Met betrekking tot de voorwaarden om deel te nemen aan het leernetwerk is er een sterke voorkeur om aan te sluiten bij thema’s van andere leernetwerken. De meest genoemde leernetwerken waar deelnemers al lid van zijn, zijn het Onderzoeksnetwerk Positieve Gezondheid, maar ook de provinciale tak daarvan, zoals het leernetwerk Positieve Gezondheid (Zeeuwse Zorg Coalitie) en andere netwerken zoals Welzijn op recept, Alles is gezondheid, Beweging Limburg Positief Gezond en het RIVM of Pulsar netwerk. Er is geen duidelijke beperking in tijd; dit is volgens de deelnemers met name afhankelijk van het thema. Met betrekking tot de locatie hebben deelnemers een sterke voorkeur voor een online leernetwerk (59 procent).

Om het leernetwerk een succes te maken geven deelnemers nog wat tips mee: ‘Maak het leernetwerk een succes door het doel duidelijk te communiceren, te gebruiken wat er is en bottom-up deelnemers actief te betrekken.’ Er wordt met verschillende leernetwerken besproken hoe activiteiten gecombineerd kunnen worden. Ook hierover gaan we in gesprek tijdens de bijeenkomst op 21 september.